Ik weet al meer dan tien jaar van je bestaan, met name door je rol als moderator en denim-expert op het online forum Superfuture, waar ik als stille gebruiker mode heb leren kennen. Inmiddels is dat al lang geleden en we hebben elkaar sindsdien ontmoet, maar ik vraag me eigenlijk nog altijd af: waar was je voor jouw Superfuture-tijd mee bezig?

Als kind heb ik altijd veel getekend en omdat ik uit een kunstenaarsnest kom werd dat ook heel erg aangemoedigd. Ik ben bovendien echt een ‘geek’ in hart en nieren. Voordat ik als tiener interesse kreeg in hip hop en graffiti was ik bezig met dingen als Warhammer en het beschilderen van die poppetjes in het bijzonder. Graffiti was ik vervolgens nooit op enige manier echt uitzonderlijk in, maar ik ben in die periode ook begonnen met fotograferen om mijn pieces vast te leggen.

Heb je vervolgens de kunstacademie gedaan?

Mijn middelbare schoolperiode was best wel zwaar, maar uiteindelijk heb ik met moeite mijn HAVO-diploma behaald. In het jaar dat ik school afrondde, werd de vooropleiding geïntroduceerd op de Gerrit Rietveld Academie. Dat was halftijd en als je het succesvol doorliep, kon je het basisjaar in zonder toelating. Omdat ik een jaar later in het basisjaar al zeker wist wat ik wilde gaan doen – mode – besloot ik na een aantal maanden dat ik gewoon kleding wilde gaan maken en hield ik me niet meer bezig met de algemene opdrachten. Toen heb ik als eindopdracht een kleine collectie genaaid en mocht ik (alleen) door naar de modeopleiding. Maar dat was precies wat ik wilde.

Bij BLESS heb ik echt heel elementaire dingen geleerd. Met name zaken die in het hart van hun werkwijze zitten

Vervolgens was ik in de zomervakantie in Berlijn en deed zich de mogelijkheid voor om stage bij BLESS te lopen en besloot ik om de Rietveld een jaar uit te stellen en voor zes maanden naar Duitsland te vertrekken. Op dat moment deed BLESS zowel meubilair en kleding en op beide vlakken stonden ze maximaal in de schijnwerpers. Ik heb van de dames achter BLESS, Ines Kaag en Desiree Heiss, ontzettend veel geleerd. Ze werkten zowel vanuit Berlijn als Parijs en ik zat als stagiair met Ines in Duitsland. Omdat de studio zo klein was kreeg je echt alles mee. Al was het niet klassieke mode, wat ik op dat moment nog wel heel erg in mijn hoofd had als einddoel.

Je kon het ‘anti-fashion’ element van BLESS wel waarderen?

Ik waardeerde dat enorm. Martin Margiela was op dat moment heel belangrijk voor me, naast Comme des Garçons en Issey Miyake. BLESS zat op dat moment in een soort piek en de avant-garde mode had over de hele linie een soort ‘anti’-element in zich waar ik me heel erg door aangesproken voelde. Ik heb in die periode ook Duits leren spreken en naast in de studio werken deed ik ook weleens modellenwerk voor BLESS.

Zoals ik al zei, bij BLESS heb ik echt heel elementaire dingen geleerd. Met name zaken die in het hart van hun werkwijze zitten, waarmee ze een wereld gecreëerd hebben waarbinnen ze precies kunnen doen wat ze willen: van collecties, gebruiksvoorwerpen tot volledig autonome projecten. Ik was in die periode ook een mega-fan van Bernhard Willhelm, die toen qua invloed ook op een hoogtepunt zat. Via contacten in Berlijn, ik geloof op een boeklancering, bood ik me persoonlijk aan bij Bernhard en vertrok ik na mijn tijd bij BLESS naar Parijs om daar ook iets van zes maanden stage te gaan lopen.

Dat werd uiteindelijk een best moeilijke periode. In Berlijn was het heel snel gelukt om een sociaal leven op te bouwen, onder andere omdat ik mezelf Duits geleerd had. Uiteindelijk bleek, naast de keiharde cycles van de seizoenen, het in Parijs moeilijker om meer mensen te leren kennen, waardoor ik daar niet echt kon aarden. Toen de stage bijna voorbij was lag er wel onverwacht opeens een brief van het Rietveld op de mat. Zij hadden het blijkbaar zo geïnterpreteerd dat ik een jaar weg zou zijn, terwijl het voor mij altijd helemaal open was geweest. Die kans heb ik toen weer gegrepen.

Mede door mijn ervaringen bij Bernhard was ik mijn enthousiasme over de ‘Parijse’ modewereld kwijtgeraakt. Het had wel als resultaat dat ik weer terug was bij het ding waar mijn initiële interesse in mode vandaan gekomen was: spijkerbroeken.

‍Brandon Graham en Marian Churchland – Gallery 33

Wanneer is die interesse in denim ontstaan?

Ik heb tijdens mijn middelbare schoolperiode mijn eerste Evisu-broek gekocht en toen was ik eigenlijk meteen verkocht. Op dat moment was ik wel al in mode geïnteresseerd, maar was ik het nog heel erg aan het ontdekken. Ik zag op een gegeven moment dat in tegenstelling tot alle andere spijkerbroeken die ik had, deze Evisu-broek echt een ander product was. Wat op productniveau mijn fascinate voor denim triggerde. Dat ging op dat moment dus nog niet per se om esthetiek, maar meer hoe een spijkerbroek zo anders kon zijn dan alle andere spijkerbroeken die ik tot dat moment had gezien.

Eigenlijk waren er op dat moment twee parallel lopende interessevelden in mijn leven: aan de ene kant mode op het ‘Parijse’ niveau en aan de andere kant denim en Japanse streetwear. De Amerikaanse kunstenaar Futura 2000, die met een aantal Amerikaanse en Japanse modemerken iconische samenwerkingen gedaan heeft, kende ik via mijn interesse in graffiti. The Beastie Boys, waar ik veel naar luisterde, droegen ook A Bathing Ape. Nu is dat soort culturele uitwisseling op dat niveau vanzelfsprekend, maar toen waren het veel meer geïsoleerde werelden. Zoals ook high-end mode en streetwear; het waren compleet op zichzelf staande werelden waar ik me volledig in kon storten.

Laten we even teruggaan naar het moment dat je in je eerste jaar op de Gerrit Rietveld Academie zat.

Toen ik dus eenmaal terug was uit Parijs en zes maanden Rietveld had gedaan, was ik helemaal op de traditionele mode uitgekeken en ben ik mij op denim gaan richten. Dat kwam tot uiting toen we op het Rietveld de opdracht kregen om een broek te maken en ik uit een rol selvedge denim een broek wilde maken met gezeefdrukte broekzakken, een eigen lederen label; eigenlijk alles waar ik fysiek toe in staat was om zelf te maken. Het probleem was dat deze helemaal niet goed zat. Vervolgens kon niemand van mijn docenten vertellen wat ik fout had gedaan. Het feit dat niemand de kennis had om mij uit te leggen wat er mis gegaan was — zeker nadat ik het jaar ervoor in Berlijn en Parijs zoveel geleerd had en ‘midden in de mode zat’ — demotiveerde mij zo dat ik me begon af te vragen wat ik überhaupt op het Rietveld deed. Op dat moment besloot ik het gewoon zelf uit te gaan vogelen.

Ook al had ik de Rietveld Academie verlaten, ik was nog steeds student. Ik deed mijn ‘studie’ op de manier zoals ik dat zelf voor ogen had

Ondanks dat ik vrij jong was, had ik mezelf in die periode als doel gesteld om zoveel mogelijk te reizen en op die manier had ik Superfuture leren kennen als een website voor allerlei stadskaarten met toffe adressen. Toen ik vervolgens in de vakantie weer een maand in Berlijn zat, was ik op een avond een beetje op Superfuture aan het neuzen en kwam ik er toevallig achter dat er nog een forum achter de website zat met een enorme sectie over denim. Dat bracht mijn honger naar meer informatie in een hogere versnelling. Het moet in 2006 geweest zijn, inmiddels ook alweer elf jaar geleden.

Wat mij persoonlijk fascineert aan Superfuture is dat het elf jaar geleden nog een relatief klein forum was voor bevlogen liefhebbers van verschillende niches: denim, streetwear en avant-garde mode. Inmiddels heeft in mijn persoonlijke beleving de verzadiging opgetreden als gevolg van hoe de verschillende niches binnen de mode totaal bloot kwamen te liggen door online fora zoals Superfuture, blogs en nu Instagram.

Mijn eerste Japanse spijkerbroek kocht ik van een jongen die als model in Tokyo zat en daar via Superfuture voor mensen dingen kocht en verstuurde. Dat was allemaal voordat het een fenomeen was om dit als service aan te bieden. Best grappig om te bedenken dat dit eigenlijk gewoon een van de vroegste vormen van de peer-to-peer economy was. Het was op een bepaalde manier pionieren.

Ik had op dat moment al het gevoel dat ik mijn interesses moest volgen. Dat was dus op de eerste plaats denim. Ik heb toen twee jaar een aantal dagen in een graffitiwinkel gewerkt en spuitbussen verkocht, maar in de tussentijd zat ik op Superfuture en was ik die wereld heel erg aan het verkennen. Zo zie ik die fase nu ook: ook al had ik de Rietveld Academie verlaten, ik was nog steeds student. Ik deed mijn ‘studie’ op de manier zoals ik dat zelf voor ogen had. Aangezien ik reizen ook al vroeg ontdekt had, kwam het op een gegeven moment tot een Superfuture meetup in Londen. Toen ontmoette ik voor het eerst opeens de mensen die ik alleen online kende. Dat maakte de beleving van die online subcultuur weer veel sterker.

‍Cabinet – Gallery 33

Je kwam vervolgens bij Levi’s XX terecht.

Omdat Levi’s XX in Amsterdam zat en ik letterlijk en figuurlijk in denim ondergedompeld zat was dat een logische stap. Binnen Levi’s was XX verantwoordelijk voor de lijnen Levi’s Vintage Clothing, Levi’s Made & Crafted en Levi’s Red: dat was binnen het bedrijf de toplaag aan producten en behoorde ook bij de top van de denim-wereld.

Ik had uitgevogeld wie de eindverantwoordelijke was binnen Levi’s XX; Maurizio Donadi, en ben uiteindelijk als creative assistent voor hem gaan werken. Binnen die functie deed ik dingen als trendresearch, maar ook onderzoek naar specifieke stijlen en kledingstukken. Het betekende dat ik hoofdzakelijk bezig was met het voeden van Maurizio, die daar zelf te druk voor was. Als senior vice president van Levi’s XX vond hij het zijn taak om het hoofdkantoor in San Francisco zoveel mogelijk op afstand te houden, waardoor hij ook met veel beleidszaken en politiek bezig was.

Waarom ben je daar weer weggegaan?

Maurizio ging op een gegeven moment toch in San Francisco werken en toen heb ik het vervolgens niet zo slim aangepakt. Mijn rol was heel erg aan hem persoonlijk verbonden, dus op het moment dat hij wegviel, kwam mijn positie een beetje te vervallen. Mensen wisten niet meer precies wat ze met me moesten, ondanks dat ik al onderdeel van het marketing team was geworden en toen is mijn contract niet verlengd.

Bij Gallery 33 ging het heel erg om het naar buiten treden. Daar ben ik erg door gegroeid, wat niet gebeurd was als ik op eilandjes was blijven werken

Wat was de noemer die je gebruikte om jezelf te duiden in de gesprekken na je vertrek bij Levi’s XX?

Die was er niet. Dat is en was nog steeds een kracht, maar staat me ook nog steeds soms in de weg. De vraag wat ik nu was en uit wiens budget ik betaald moest worden, werd een terugkerend fenomeen. Uiteindelijk heb ik een tijd een bijbaan genomen, zodat ik verder voor mezelf kon werken. Ik had me een aantal jaar op denim gefocust en ben in vrij korte tijd op een interessante positie gekomen bij ‘het moederschip’ van de denim. Daar ben ik nog steeds trots op.

Maar ik was ook die hele periode bezig geweest met de geschiedenis van mannenkleding en omdat Levi’s XX ophield, en door mijn persoonlijke ontwikkeling, vroeg ik me opeens af: wat ga ik dan in de toekomst betekenen? Dat leverde een kleine existentiële crisis op, want ik had te maken met iets waar ik me vol op gestort had en dat was weer voorbij.

Je bent ook iets heel anders gaan doen en als curator gaan werken voor Gallery 33 (later Kuvva Gallery), wat ergens wel in lijn ligt met het onderzoekende dat in je werkzaamheden zat bij Levi’s XX.

Nalden (mede-oprichter Wetransfer en Present Plus, red.) zei op een gegeven moment dat hij iemand nodig had die de galerie zou gaan runnen na de allereerste show. Dat was net nadat ze begonnen waren, dus er waren een aantal weken om de volgende show te regelen. Alle verantwoordelijkheden wat betreft de galerie lagen bij mij: dus niet alleen de curatie met een focus op illustratie, maar ook de hele operationele kant. Ik was de eindverantwoordelijke voor alles, maar ik denk dat ‘curator’ wel in die twee jaar op mijn kaartje heeft gestaan. Wat dan ook wel weer grappig is, omdat dat bijna een vies woord is tegenwoordig.

Ik denk persoonlijk dat je al veel langer curator was, omdat je op Superfuture, je website en alle andere online bestemmingen precies dat deed: onderzoek doen en door dit heel gericht te delen nieuwe betekenis creëren. Hoe kijk je terug op je tijd bij Gallery 33?

Als een super leerzame en super leuke tijd. Het maakt me nog steeds trots. Bij Levi’s XX zat ik een beetje op een eiland. Bij Gallery 33 ging het juist heel erg om het naar buiten treden. Ik moest mensen aansturen, dingen regelen. Dat was enorm leerzaam en ik ben nog steeds heel blij dat ik het ben aangegaan. Daar ben ik erg door gegroeid, wat niet gebeurd was als ik op eilandjes was blijven werken, zoals dat eerder ook het geval was geweest bij BLESS en Bernhard Willhelm.

Ik ben nu op een punt gekomen dat ik vrede heb met het feit dat ik nog steeds in ontwikkeling ben, ondanks dat de hedendaagse context instant succes propageert

Wat zit er nog tussen je werkzaamheden voor BYBORRE vandaag en het einde van Gallery 33?

Ik besloot na Gallery 33 dat ik freelance wilde gaan werken en WeTransfer was een van mijn eerste opdrachtgevers. Ik heb toen heel verschillende dingen gedaan, van research tot schrijfwerk. Dat paste heel goed binnen mijn idee dat ik als freelancer waarde wilde toevoegen aan anderen door mijn persoonlijke specialisaties. In principe ben ik nog steeds freelancer en in de afgelopen jaren is bijna al mijn werk voortgekomen door mijn persoonlijke netwerk, waardoor ik nog steeds niet in één alinea heb hoeven samenvatten wat ik precies voor iemand kan betekenen. Voor mijzelf gebruik ik altijd de woorden: “waarde toevoegen.” Sinds kort staat op mijn business card van BYBORRE ‘Chief Pocket Officer’. Het is een beetje een inside joke, maar het geeft wel aan dat mijn focus als designer op de details ligt.

‍BYBORRE

Je hebt door de jaren heen natuurlijk ook een heel interessant veld aan mensen om je heen verzameld die inmiddels extreem waardevol kunnen zijn voor een merk als BYBORRE.

Ik denk inderdaad dat dit wel een stille kracht van mij is. Die is niet per se te beschrijven of zelfs te verkopen, maar ik heb altijd heel snel de juiste mensen leren kennen binnen een bepaalde context. Dat heb ik nooit gedaan omdat ik me ergens ‘naar binnen wilde werken’, maar altijd vanuit mijn persoonlijke interesse en enthousiasme voor specifieke dingen.

Daar ligt ook een hele bijzondere eigenschap van je professionele leven tot nu. Je hebt al van hele jonge leeftijd allerlei keuzes gemaakt zodat je in unieke contexten kwam. Dat heeft zich nog niet per se in een eenduidige richting vertaald, maar dat hoeft ook nog niet.

Ik zie alles altijd als een leerproces. Misschien is dat ook gewoon de reden waarom er tot nu toe nog geen concreet ding onder mijn eigen naam naar buiten is gekomen: ik ben nog altijd aan het leren. Er zijn natuurlijk wel plannen, maar dat komt op een gegeven moment wel. Het feit dat ik bij BYBORRE nog heel veel kan leren en tevens een waardevolle rol heb, maakt dat ik heel tevreden ben met deze samenwerking op dit moment in mijn leven. Ik ben nu op een punt gekomen dat ik vrede heb met het feit dat ik nog steeds in ontwikkeling ben, ondanks dat de hedendaagse context instant succes propageert. Zolang ik bezig ben en ik mezelf ontwikkel, dan is alles wat ik doe onderdeel van mijn groei.

Ik geloof dat mijn tijd nog steeds zal komen, al klinkt het een beetje pathetisch om daar mee af te sluiten.

Daar huist in mijn ogen juist een heel belangrijke boodschap in voor deze tijd: als je de ambitie hebt om iets duurzaams op te bouwen, ondanks de snelheid die vandaag gepropageerd wordt, moet je jezelf tijd durven geven.

Ik ben op dit moment heel erg aan het nadenken over de manier waarop ik me uit, wat ik wil zeggen. Er is een periode geweest waarin ik op zoek was naar wat ik wilde zeggen en wat ik toe te voegen heb. Dat heb ik nu veel helderder voor mezelf, maar de vorm hoe ik naar buiten wil treden is nog steeds een zoektocht. Eén van de dingen die echt mijn kracht is, is dicht bij mezelf blijven. Omdat er geen template bestaat die ik hierin kan toepassen, moet ik dus ook zelf op zoek naar mijn ultieme uitingsvorm en daar geef ik mezelf nog tijd voor. Hierin is voor mij essentieel dat ik mijn persoonlijke interesses zo organisch mogelijk volg. Dat doe ik tot de dag van vandaag en dat wordt ook mijn weg in de toekomst.

Samuel de Goede